Kringavond 21 november 2013
Schippers en hun schepen.
Hoogeveense 'mooi weerschipper' steekt van wal in De Tamboer
HOOGEVEEN - Hij noemt zichzelf een 'mooi weerschipper', maar weet wel alles van schepen, water en kanalen. Hoogevener Albert Wolting nam gisteren de leden van de Historische Kring Hoogeveen tijdens de kringavond in De Tamboer mee terug in de tijd. Naar de periode van waterwegen in Hoogeveen. Eerlijk is eerlijk, dat water wordt nog best wel eens gemist.
Door Henriëtte Meppelink
Oude foto's van Hoogeveense schepen en de kanalen worden geprojecteerd op de grote beamer in de zaal van het theater. Op het podium liggen ankers, staat een stuurhut en ligt er een enorm touw waar normaal boten mee worden vastgemaakt aan de wal. Zo'n kringavond is meestal al een feestje, maar zo'n aangekleed podium belooft wat. De zaal zit vol en wanneer Wolting begint te praten, hangen de luisteraars aan zijn lippen.
,,Voordat ik van wal steek, maak ik eerst het touw los. Echte schippers, ik ben een 'mooi weerschipper', kunnen dat in één keer. Misschien sta ik nu wel voor paal." Wolting heeft de lachers op zijn hand en geeft een ruk aan het touw. Ja, hoor. In een keer raak. Luid applaus klinkt. ,,Ik heb verschillende foto's van Hoogeveense schepen uitgezocht. Zo zien jullie De Bolle van de familie Kroon, waarmee ze turf haalden uit het Amsterdamse Veld, de Novalis van de familie Veuger, de Burgemeester Tjalma (beurtschip) van de familie Otten en de Excelsior van schipper Giethoorn waarmee turf werd vervoerd."
Wolting wordt steeds enthousiaster. ,,Op mijn twaalfde ging ik voor het eerst mee op een binnenvaartschip naar Rotterdam. Een hele ervaring. Ik was wel eens in de dierentuin in Emmen geweest, maar mijn leven speelde zich af in Hoogeveen. We voeren het IJsselmeer over, toen was er nog geen polder en we kwamen aan in Rotterdam. Wat was het leven daar anders."
Wolting gaat alle aspecten van de scheepvaart langs. Ook voortstuwing komt ter sprake. ,,Er werd vaak gejaagd, dat wil zeggen dat de schipper met een touw om zijn middel het schip vooruittrekt. Zwaar werk." Wolting laat zien hoe dat eraan toeging in Hoogeveen. Het kon ook op een makkelijkere manier. Hij laat foto's zien van twee paarden die het schip vooruit trekken. ,,Paardenjagers, die moest je inhuren, trokken met behulp van paarden het schip vooruit. Zij werden af en toe ingezet, maar niet te vaak want ze moesten betaald worden en dat ging van de winst af."
Veel schippers woonden op hun schip. Wolting laat verschillende foto's zien van de inrichting van oude schepen. Een paviljoenaak neemt hij als voorbeeld. Alle woonruimte was onder het achterdek. Hier kwam je via een luik. ,,Het was sober ingericht. Er waren twee patrijspoorten aan de achterkant van het schip waar licht doorheen kwam. De schippers sliepen daar ook in de zogenoemde kooi. Het waren kleine, krappe hokjes."
Ook communicatie was belangrijk. ,,De brug moest op tijd open en daarom werden er signalen afgesproken om aan te geven dat de brug op tijd openging. Dat was een keer lang, een keer kort en een keer lang." De Hoogevener kan het niet laten om het op een scheepshoorn na te doen. ,,Let op, deze geeft een boel lawaai. Maar dat was ook wel nodig. Je kon ook niet hebben dat je vlak voor de brug was, niet meer kon remmen en de brug nog niet open was."
De volgende kringavond wordt gehouden op 20 februari in theater De Tamboer. Bertus ten Caat vertelt dan over oud-Hollandscheveld. De aanvang is 19.30 uur.