Skip to main content

Kringavond 17 september 2015

Kringavond ‘Dwars door Hoogeveen; van park tot gevelsteen’

Hoogeveen – Een bijzondere kringavond in theater De Tamboer op donderdag 17 september. Cor Koopmans nam de leden tijdens zijn lezing mee naar het Hoogeveen van vroeger. Met het thema van Park tot Gevelsteen doorkruiste hij in beelden een groot deel van oud-Hoogeveen. De 250 luisteraars in de zaal waren enthousiast.

Van het oudste park in de gemeente, Park Dwingeland, is jammer genoeg niet veel meer over, vertelt Cor met weemoed. ‘Jan Wessels Boer schonk in 1928 een terrein van ongeveer een hectare aan de gemeente Hoogeveen, met de bepaling dat het voorste gedeelte ervan nooit bebouwd mag worden en voor altijd de bestemming ‘park’ moet houden (openbare wandelplaats). Anderhalf jaar na de schenking overleed Wessels Boer op 69-jarige leeftijd.’

Cor laat foto’s zien van het pierenbadje in het park. ‘Aan de andere kant van het park, bij de Jonkheer de Jongestraat lag dit badje. Op warme zomerdagen was dit een fijne plek voor kleine kinderen om verkoeling te vinden en lekker te spelen. Zwemmen leerden ze hier uiteraard niet.’ Ondanks dat er veel is verdwenen is Park Dwingeland nog steeds een bekende plek in Hoogeveen. Jongeren weten het te vinden en nemen af en toe hun intrek op het gras en ook hondenbaasjes dollen er met hun dieren.

Ook de Grote Kerk is een blikvanger en heeft een mooie geschiedenis. ‘De bouw van de Grote Nederlands Hervormde Kerk is begonnen in 1651. De eerste kerk was een kruiskerk, waarvoor stenen werden gebruikt van het afgebroken klooster Dickninge bij De Wijk. De bouw van de kerk verliep niet zo voorspoedig. In 1660 zaten de vloer en de ramen er namelijk nog niet in. De mensen noemden de kerk een duivenhok.’

Verbouwingen waren er in 1766, waarbij de kerk uitgroeide tot een driebeukige hallenkerk met hoge rondboogramen. ‘Een Hallenkerk is een kerk waarbij de hoogtes van het middenschip en de zijbeuken gelijk zijn. ‘Anno 1652 gebouwd en anno 1766 vergroot’ staat op een steen op de huidige kerk’, vertelt Cor.

Ook de Hoofdstraatkerk komt aan de orde. ‘Nu moet u niet denken dat u vanavond alleen maar gevelstenen van kerken ziet, maar deze wil ik u niet onthouden. Al vanaf 1841 stonden op deze plek voorgangers van de huidige kerk. Het was de grootste gereformeerde kerk van ons land. De jaartallen 1834 – 1886 op de kerk waren eerst verguld en in 1992 werden ze zwart gemaakt. De jaartallen 1834 en 1886 geven twee grote afscheidingen van de Nederlands Hervormde Kerk in de 19e eeuw weer. ’In 1834 begon het in Ulrum met dominee De Cock. In 1886 is de grote kerkscheuring, de zogenaamde Doleantie, onder leiding van dominee Abraham Kuyper.

Deze kerken staan er gelukkig nog, maar er is veel verdwenen. Mooie oude schoolgebouwen zijn er bijna  niet meer.


   

 

 

 

 

 

 

 

 

Het marktterrein is weg, evenals de kanalen en bruggen. Straten kwamen hiervoor in de plaats. Tegenwoordig heeft Hoogeveen een overdekt zwembad, maar in het jaar 1930 was dat nog niet het geval. Veel winkels en bedrijfspanden hebben een andere bestemming gekregen. Er is dus veel veranderd. Gelukkig hebben we de foto’s nog én Cor, met zijn kennis over oud-Hoogeveen, die zijn verhaal afsluit met het advies om te genieten van elke dag, want je kunt geen dag overdoen. Hiermee refereert hij aan de laatste gevelsteen Linquenda, wat betekent: Eens moeten wij deze grond, dit huis en de dierbare echtgenoot verlaten. Niets is hier blijvend.